Interview met Anne Teresa De Keersmaeker, Jean-Marie Aerts en Meskerem Mees over EXIT ABOVE - after the tempest / d'après la tempête / naar de storm
Gepubliceerd op 21.06.2023, 14:19
Als je verdwaald bent, is het goed om op je stappen terug te keren.
In Creatie 23 keert Anne Teresa De Keersmaeker terug naar de primaire vorm van menselijke beweging – wandelen – en naar de oorsprong van de Westerse popmuziek: de blues. Muzikaal wordt ze geflankeerd door singer-songwriter Meskerem Mees (1999) en producer-gitarist Jean-Marie Aerts (1951).
Anne Teresa, hoe is de samenwerking tot stand gekomen?
De Keersmaeker: ‘Eigenlijk toevallig. Bij het opruimen van mijn LP’s nam ik een zwarte vinylplaat vast en er viel een handgeschreven briefje uit dat ik nooit had gelezen. Getekend: Jean-Marie Aerts, met de vraag: wil je hier eens naar luisteren? Dat was in 1996. TC Matic – de band van Jean-Marie en Arno – dat was de muziek waar we in Brussel op gingen dansen toen ik rond 1982 mijn eerste werk maakte. Op dat briefje stond enkel een nummer van een vaste lijn. Dus heb ik gebeld en Jean-Marie nam op.
Aerts: Dat was wel even verschieten, ik had dat telefoontje niet verwacht.
De Keersmaeker: We zijn beginnen praten, over blues, over Robert Johnson. Ik wist al snel dat ik er ook een stem bij wilde. Popmuziek is storytelling, ik wilde een verhaal vertellen. Ik had YouTube-filmpjes van Meskerem Mees gezien en dacht: ja, dat is echt, dat is authentiek.
Aerts: Meskerem steekt er bovenuit. Er zijn veel nieuwe goeie vrouwenstemmen op dit moment, maar Meskerem heeft iets bijzonders.
Mees: Dankuwel.
Aerts: Ik herinner me een filmpje waarin Meskerem een concert gaf, terwijl Pete Doherty vanuit de coulissen toekeek. Je zag dat hij zwaar onder de indruk was.
Mees: Hij was ook zwaar onder invloed toen (lacht).
De Keersmaeker: We zijn met ons drieën in de studio van Jean-Marie beginnen werken, vertrekkend vanuit de blues, maar even goed rond beats en verschillende tempo’s. Op zoek naar lyrics grepen we vrij snel naar Shakespeare. Geen evidente combinatie, maar het werkte. (tegen Meskerem) Wat dacht jij eigen toen ik jou belde?
Mees: Ik was superblij, vooral toen ik hoorde dat het over blues ging. Ik ben opgegroeid met de muziek van mijn vader: Leadbelly, Mississippi John hurt, Robert Johnson.
De Keersmaeker: Eigenlijk gingen Meskerem en Jean-Marie samen een opgenomen soundtrack maken.
Mees: Maar ik wilde graag meedansen en live zingen.
De Keersmaeker: Waarom eigenlijk?
Mees: Ik heb nu twee jaar kunnen touren met mijn eigen project, altijd met hetzelfde materiaal. Dat was heel fijn, ik ben enorm dankbaar. Maar om nieuwe muziek te kunnen maken moet je afstand kunnen nemen van het materiaal dat er al is, dat lukt niet als je blijft touren. Ik miste een uitdaging – ik weet dat het klinkt als een luxeprobleem. Maar dit – zingen en dansen in een Rosas-voorstelling – is helemaal wat ik nu nodig heb: iets wat ik nog nooit heb gedaan, wat ik wellicht nog niet kan, al wil ik er de volle honderd procent voor gaan.
De Keersmaeker: Meskerem wordt live bijgestaan door Carlos Garbin, ex-Rosas danser en bluesgitarist. Minimale blues – gitaar en stem – spelen we uit tegen de sterk dance-georiënteerde backing tracks. Dat spanningsveld is denk ik ook typisch voor de geschiedenis van de popmuziek, die de geschiedenis is van het opnemen van muziek, maar altijd met het verlangen naar aanwezigheid, naar presence, naar hoe muziek klinkt als je het live zou meemaken.
Hoe voelt het om mee te dansen, Meskerem?
Mees: Nu vooral heel pijnlijk (lacht). Maar ik vind het heerlijk: de discipline, het opwarmen, dan uren dansen, enkel dit moeten doen. Ik voel nu aan alles: ik heb niet het lichaam van een getrainde danser, maar de komende maanden wil ik daar naartoe werken: dat ik twee uur geconcentreerd kan dansen zonder bezig te hoeven zijn met armen of benen die pijn doen. Tegelijk vind ik het ook ontzettend inspirerend om zo uit mijn comfortzone te zijn. Al voelt dansen dan toch ook niet zo anders dan muziek maken, het zijn twee manieren om met heel gelijkaardige impulsen om te gaan. Het verschil is wellicht dat dansen je helemaal op je lichaam terug werpt, of in elk geval: je uit je hoofd haalt. Dat is heerlijk.
Jean-Marie, hoe kwam Robert Johnson en de blues op het pad van een jongen uit Zeebrugge?
Aerts: In Zeebrugge was Engeland toen heel dichtbij. Gewoon de boot op, en enkele uren later stond je in een platenzaak in Londen door de vinyl te snuisteren. En dan kwamen we terug met platen van The Cream met Eric Clapton, met de blues van John Mayall en Peter Green. Je gaat dan graven naar waar ze hun mosterd haalden, en dan kom je automatisch bij de Amerikaanse blues uit. In mijn studio hangen twee posters, de ene is van Billie Holiday, de andere van Robert Johnson. Mijn twee beschermengelen. Zodat ik geen stommiteiten doe in mijn muziek. Ze houden mij op het juiste pad, ze zorgen ervoor dat wat ik doe authentiek is, dat het echt is, dat er plezier in zit ook. Maar Robert Johnson heeft een heel ander leven geleid dan ik, gevaarlijker, korter ook. Hij was een ladies man, je ziet dat ook op de foto’s: met zijn pak en zijn gitaar. Hij is vergiftigd door een jealous husband.
Anne Teresa, wat maakt blues voor jou tot een goed uitgangspunt voor een dansvoorstelling?
De Keersmaeker: Less is more denk ik meer en meer. Dat betekent voor mij: terug naar de bronnen, naar the real thing. Blues gaat helemaal terug naar die essentie, ook inhoudelijk: het gaat over verdriet en vreugde, mijn verdriet, mijn vreugde, maar ook: ons verdriet, onze vreugde. Individueel én collectief: dat spanningsveld is cruciaal voor mij. Blues is de ultieme emotionele alchemie: je zingt over je verdriet, maar door er met anderen over te zingen transformeer je het tot een kracht, tot iets vreugdevol. Het zingen over verdriet bevat meteen ook de troost voor dat verdriet. Uiteindelijk wordt er daarom toch kunst gemaakt? Om samen te treuren en samen vreugde te vieren. Van de schoonheid en de troost. Ik weet dat schoonheid als ouderwets gezien wordt, en toch hebben we er meer dan ooit nood aan: onze relatie met de natuur is verstoord, we leven op de rand van een ecologische catastrofe. Als je verdwaald bent, is het goed om op je stappen terug te keren.
Wannes Gyselinck (dramaturg)
Opgetekend voor Concertgebouw Brugge op 9 januari 2023