Here comes the Rain again
Gepubliceerd op 22.09.2016, 15:46
Precies vijftien jaar na de wereldpremière in De Munt, herneemt Anne Teresa De Keersmaekers dansgezelschap Rosas de succesproductie Rain - op muziek van Steve Reich - met een volledig nieuwe cast van tien dansers. Rain blinkt uit door het adembenemend vormelijk en technisch raffinement van de choreografie, maar glanst tegelijk op een golf van emotie.
Aan deze productie hangen herinneringen en nu ook nieuwe emoties. Wat betekent deze creatie voor u?
Anne Teresa De Keersmaeker: Het is voor alles een feest. Drumming, de tweelingzus van Rain, was dat ook al. Het zijn twee voorstellingen die gemaakt zijn met muziek van dezelfde componist - twee belangrijke werken van Steve Reich - Drumming en Music for 18 Musicians. Telkens één grote stroom van muziek die een uur duurt en die een expliciete uitnodiging is om te dansen. Drumming was geïnspireerd door Afrikaanse drummuziek. In Music for 18 Musicians bewoog Reich zich voor de eerste keer op een harmonisch-emotioneel veld. Daarin combineert hij het puur pulsatieve dat eigen is aan zijn minimalistische muziek, en de ritmische polyfonie uit zijn beginjaren voor de eerste keer met een harmonische evolutie binnen de compositie. Het stuk begint met elf akkoorden die het harmonische framework van het hele stuk uitzetten.
En hij werkt ook voor de eerste keer met kleine spanningsbogen die vervat zit in de ademhaling van zijn muzikanten. De ademhalingscyclus van de klarinettist is meteen ook een compositorisch vertrekpunt voor de strijkers. Waar je bij Drumming strakke en duidelijke cesuren krijgt, krijg je hier golven. Dat geeft een totaal ander energetisch veld, dat uitnodigt tot een ander soort dans. Maar zowel Drumming als Rain zijn groepsdansen waarin de individuele lijnen van de dansers heel duidelijk gearticuleerd blijven. Ook hier is het dansen tot de uitputting volgt, maar het is niet de uitputtingsslag die eigen is aan bijvoorbeeld Fase of Rosas danst Rosas. Daarvoor is de schriftuur veel te voluptueus. Hier is sprake van een totaal ander minimalisme dan dat van Fase of Rosas danst Rosas. Daarin had je zeer kleine cellen die voortdurend herhaald werden met een enorme fysieke intensiteit. Alsof de lichamen tegen een muur van structuur werden gegooid. In Rain bestaat het beginvocabularium uit één lange vrouwelijke en één lange mannelijke zin, uitgevoerd door zeven vrouwen en drie mannen. Die basisreceptuur waaiert door een veelvoud van choreografische procedés uit in een uitbundige en contrapuntisch zeer gelaagde ruimtelijke schriftuur met spiraalvormige, circulaire bewegingen enerzijds, en anderzijds ook zeer duidelijke rechte lijnen en diagonalen die als een soort breimachines door dat contrapunt lopen. De lange duur zorgt wel voor een element van uitputting, maar het blijft altijd jubelend. Er is geen sprake van dat strijdvaardige amazone-aspect dat bijvoorbeeld in Rosas danst Rosas zit.
Verder zijn er ook nog raakpunten met andere Rosas-creaties uit dezelfde periode.
De Keersmaeker: Er zit ook een secret narrative onder de oppervlakte. Want zoals Drumming verbonden was aan de tekstvoorstelling Just Before, is Rain verbonden aan In Real Time, dat we maakten met tg Stan en Aka Moon. De laatste woorden van dat stuk waren I hope it is not going to rain tomorrow.
Rain is - behalve geïnspireerd op de song van Madonna, een citaat uit MacBeth, en een gedicht van Paul Van Ostaijen - ook de titel van een roman van de Nieuw-Zeelandse Kirsty Gunn. Gerardjan Rijnders schreef de tekst voor In Real Time aan de hand van gesprekken die we met de hele groep voerden en op basis van teksten en materiaal dat werd aangedragen. De roman was daar één van. In één hoofdstuk van dat boek doet het vrouwelijke hoofdpersonage een poging om haar broertje nog te redden na zijn verdrinking, en krijg je een zeer technische en anatomische beschrijving van hoe zo’n reanimatie in zijn werk gaat. Het mooie van die tekst is dat uit die zeer technische beschrijving een extreem emotionele ervaring van bedroefdheid over verlies naar boven komt.
Blijkbaar hebben jullie destijds maar twee maanden repetitietijd gehad voor Rain.
De Keersmaeker: Dat kon omdat we een uitzonderlijke transfer hebben gemaakt van choreografisch materiaal dat voor In Real Time geschreven was op muziek van Aka Moon, naar de muziek van Reich. Dat basisvocabularium is herschreven en uitgebreid voor wat je de dansversie van In Real Time zou kunnen noemen. Belangrijk om te weten is dat Rain met praktisch dezelfde groep mensen is gemaakt als Drumming (de dansers waren: Cynthia Loemij, Roberto Oliván de la Iglesia, Martin Kilvády, Alix Eynaudi, Ursula Robb, Fumiyo Ikeda, Iris Bouche, Rosalba Torres, Bruce Campbell, Oliver Koch, Marta Coronado, en Taka Shamoto). We werkten op dat ogenblik met een vast gezelschap in residentie in De Munt. We zaten samen in een traject en dat groepsgegeven is zichtbaar.
Er was ook onmiddellijk een zeer groot enthousiasme van de dansers om de muziek van Reich te gebruiken. Om samen in die stroom te springen en te dansen. De muziek lag al in mijn schuif van toen ik Fase gemaakt had, maar ik voelde mij op dat moment niet klaar om dat soort van scores te gaan choreograferen. Maar uiteindelijk zijn er niet zoveel partituren in de hedendaagse muziek die deze lengte hebben én die het karakter hebben dat ze uitnodigen tot dans. Uit het begin van de twintigste eeuw heb je wel langere stukken, maar die breken de unificerende principes van de muziek zoals tijd, regelmaat, en harmonie vaak op. Reich is voor mij meer dan Philip Glass of Michael Nyman de leidende figuur van de minimalistische muziek na de Tweede Wereldoorlog, en in deze sleutelcompositie combineert hij de notie van structurele rigueur, lengte, aanwezigheid van puls en harmonische evolutie.
Rain betekende ook een hernieuwde samenwerking met couturier Dries Van Noten en scenograaf Jan Versweyveld. Zij zorgden voor een iconisch decor en dito kostuums in een subtiel evoluerend spectraal kleurenpallet.
De Keersmaeker: Voor Drumming had ik tegen Dries gezegd dat oranje me een goede keuze leek als hoofdtoon voor de kostuums - omdat het de laatste kleur was in de evolutie van kleurschakeringen die Just Before kenmerkte. Voor Rain had ik iets met regenboogkleuren in gedachten, maar ik wilde het ook niet te new age te maken. Ik had op mijn tafel een spiraalvormige schelp liggen met een zeer mooie schakering van huidskleur en beige tot roze. En zoals het altijd gaat met Dries en Jan: als je oranje vraagt, zal je oranje krijgen, en als je roze wil, zal je roze krijgen. In Rain gaat het van huidskleur naar zachtroze en dieproze tot intens magenta, waarna er een fade away volgt met eerder herfstkleuren: een zilverachtig grijs, beige en wit. De hele voorstelling is eigenlijk een golf die opkomt, die op de gulden snede (het snijpunt van een tweedeling, waarbij het grootste van de twee delen zich verhoudt tot het kleinste, zoals het gehele lijnstuk zich verhoudt tot het grootste) uitmondt in een circulaire viering, en dan opnieuw wegtrekt. Zoals een herinnering aan een intense ervaring.
Eén van de geheimen van Rain lijkt me inderdaad de manier waarop emotionaliteit opwelt uit een uitgekiende structuur. Hoe waak je over de werking van dat ongrijpbare proces?
De Keersmaeker: Vormelijkheid is nooit een doel op zich. Een gotische kathedraal heeft ook een zeer uitgekiende vorm, maar de bedoeling is wel dat je die met een bepaalde vanzelfsprekende bewondering ervaart en je erdoor laat meeslepen. Ook in deze choreografie gaat het om het creëren van een voortdurende stroom waar mensen zich door kunnen laten meeslepen, zonder noodzakelijkerwijs de constructie te begrijpen.
Een voorbeeld van die verborgen emotionele werking van een vormelijk procédé is die gulden snede, een verhouding die zowel ruimtelijk (in de beeldende kunsten) als in tijd (in de muziek) effect sorteert, en in deze choreografie dus op beide vlakken werkt.
De Keersmaeker: Mooi aan de gulden snede is dat het om een asymmetrische verhouding gaat. Als iets perfect in balans is, dan blijft het stilstaan. Als iets asymmetrisch is, dan is er een spanningsveld dat tot verandering leidt. Dan is er meer van het ene dan van het andere, en bestaat de mogelijkheid dat de verhouding omdraait of dat het grote het kleine wegduwt of versterkt.
Bent u voor Rain verder gegaan in de choreografische compositie dan ooit?
De Keersmaeker: Wellicht wel in de complexiteit van de patronen, het contrapunt, en het beheersen van een groep die tezamen danst. Rain gaat over het samenkomen van dingen. Het vocabularium is ook virtuozer dan het materiaal van Fase of Rosas, dat dichter bij meer herkenbare menselijke bewegingen ligt.
Hoe moeilijk is het stuk voor de dansers?
De Keersmaeker: Het is fysiek zeer zwaar, ook omdat er veel op de verticale as wordt gewerkt. Er zijn veel momenten dat je op de grond ligt, naar boven wordt getild en weer valt. Al die technieken die zo typisch zijn voor de jaren zestig, te maken hebben met vloerwerk en zo verschillen van klassiek ballet zitten erin. Het is the art of falling and rising.
Het stuk vraagt ook veel van de dansers omwille van de onmiddellijkheid, de lichamelijke intensiteit en de precieze overgave die noodzakelijk zijn om de rollen te vertolken. Om deze gecumuleerde autonome schriftuur en structuur op de scène uit te voeren, moet je er bovenop zitten. Maar als die uiterste concentratie overslaat op het publiek, dan krijg je altijd een mooie collectieve ervaring.
Waarop heeft u gelet bij de samenstelling van de nieuwe cast?
De Keersmaeker: Op verschillende aspecten, natuurlijk. Er is dus behoorlijk wat techniek en focus nodig. Maar je wil zeker ook tot een mooie groep komen. Het is een zoektocht naar eenheid in verscheidenheid. Daarbij hou je op een bepaalde manier ook de originele vertolkers wel altijd ergens in je achterhoofd, maar je wil er ook geen klonen van hebben. Voor de mannelijke rollen zijn er twee casts die alterneren.
Bij de première was er geen live muziek, maar die kwam er daarna wel bij, uitgevoerd door Ictus..
De Keersmaeker: En dan krijgt dat jubelende en uitbundige karakter van de hele creatie een ongeëvenaarde uitvoering. Ictus speelt het stuk briljant, dus zullen we ook nu weer het pure plezier van de combinatie van dans en muziek kunnen genieten.
Oorspronkelijk was de herneming in Brussel gepland voor De Munt waar Rain in 2001 in première ging, maar vanwege de werken aan de opera wordt het het Koninklijk Circus.
De Keersmaeker: Het idee om Rain ooit in het Koninklijk Circus op te voeren zat al langer in mijn hoofd, en dan natuurlijk vooral om de circulaire constellatie van die zaal. Het decorconcept van Jan Versweyveld is een ronde ruimte, die half is afgesloten met een gordijn van koorden. In het Koninklijk Circus kunnen alle toeschouwers die cirkel mee helpen dichten. Je hebt de dansers aan de ene kant van de cirkel, de muzikanten aan de andere kant, en dan de toeschouwers daar nog eens helemaal omheen. De rode accenten van de zaal voegen ook nog een intensere kleur toe aan het pallet. Misschien moeten we het publiek nu ook nog vragen om recht te veren bij elke nieuwe sectie in het stuk (lacht).
Interview afgenomen door Michaël Bellon